Hoofdstuk 2

Commissie, werkwijze en beoordelingskaders

2.1 Even voorstellen

De Monumenten en Welstandscommissie Waterland is benoemd door de gemeenteraad en samengesteld uit ervaren en vakbekwame adviseurs met kennis die nodig is binnen de gemeente Waterland.

Het goed beoordelen van alle ruimtelijke aspecten van een initiatief of plan vraagt kennis, ervaring en vakmanschap. De adviseurs zijn specialisten op het terrein van landschap, stedenbouw, cultuurhistorie en architectuur en zij zijn onafhankelijk ten opzichte van de gemeentelijke organisatie en het gemeentebestuur. In 2020 bestond de commissie uit de volgende adviseurs:

Ir. Bastiaan Gribling
Stedenbouwkundige en voorzitter van de commissie
Ing. Nico Zimmermann
Architect en lid van de commissie
Ing. Hans Boonstra
Monumentendeskundige en lid van de commissie
Ir. Sjef Kwakman
Architect en als burgerlid in de commissie aanwezig namens de Historische Vereniging Oud Broek in Waterland
Lodewijk Duymaer van Twist
Architect en als burgerlid in de commissie aanwezig namens de Vereniging Oud-Monnickendam.

De commissie werd ondersteund door:

Renee Stroomer MA
Commissiecoördinator MOOI Noord-Holland
Marieke Leeverink
Plantoelichter Beschermde Stads- en Dorpsgezichten en monumenten gemeente Waterland
Sybren Bruinsma
Plantoelichter gemeente Waterland

2.2 Werkwijze

De gemeente legt de plannen aan de commissie voor in een openbaar toegankelijke vergadering. Vanaf maart 2020 vonden deze vergaderingen voornamelijk digitaal plaats vanwege de coronacrisis. Niettemin is al het mogelijke gedaan om het openbare karakter van de vergadering in stand te houden. Initiatiefnemers en eventueel hun adviseur en/of ontwerper worden in de gelegenheid gesteld om via een videoverbinding het initiatief toe te lichten. Belanghebbenden en geïnteresseerden kunnen bij de gemeente verzoeken om de behandeling van de plannen te volgen en worden dan toegelaten. De vergaderdata voor uw gemeente vindt u via deze link

In 2020 is de overlegstructuur tussen RO en commissie opgestart in de vorm van een stedenbouwkundige vooroverleg. Het is van belang dat voor nieuwe ontwikkelingen vroegtijdig overleg plaats vind. Op deze wijze is het mogelijk om een breed gedragen planontwikkeling procedureel op soepele wijze te laten verlopen.

De adviezen

Van elke planbehandeling, of dit nu gaat om een vergunningaanvraag of om een vooroverleg, stelt de commissie een advies op. We streven ernaar dat het advies begrijpelijk is voor iedereen; helder geschreven en zonder gebruik van onnodig jargon. Bovendien moet het advies juridisch houdbaar zijn. De gemeentelijke plantoelichter zorgt voor het openbaar maken en versturen van de adviezen naar het college, de aanvrager en eventuele andere belanghebbenden.

Planregistratiesysteem

In 2020 werd geëxperimenteerd met een nieuw door MOOI Noord-Holland ontwikkeld planregistratiesysteem, dat het digitaal werken nog verder verbetert. Dit nieuwe systeem draagt de naam MOOI DARS (Digitaal Advies Registratie Systeem). Alle gemeenten kunnen hier gebruik van maken, ook voor de plannen die ambtelijk beoordeeld worden. We nemen contact op wanneer uw gemeente aan de beurt is om over te stappen. MOOI Noord-Holland zal de gebruikers begeleiden bij de toepassing ervan.

In eerste instantie vervangt MOOI DARS het oude systeem CorSys. Dat is een stap voorwaarts; hiermee wordt namelijk het werkproces voor u en voor ons verder geoptimaliseerd. Daarnaast is MOOI DARS voorbereid om in de nabije toekomst de adviesaanvraag en -terugkoppeling volledig te automatiseren. We hopen u in 2022 nader hierover te kunnen informeren.

Preadviezen

Veel plannen worden pas in het stadium van de vergunningverlening aan de commissie voorgelegd. Als het plan niet groot is, vaker voorkomt en de uitkomst van de behandeling geen verstrekkende gevolgen heeft, is dit meestal geen probleem. Bij omvangrijke of complexe initiatieven wordt de commissie bij voorkeur in een eerder stadium betrokken. Dit zogenaamde vooroverleg vindt steeds vaker plaats en wordt door alle betrokkenen – de commissie, initiatiefnemer en gemeentelijke diensten – vaak erg gewaardeerd. Zo komt het advies van de commissie op een logisch moment in het planproces en kan haar inbreng nog relatief eenvoudig worden meegenomen door de initiatiefnemer of ontwerper. Bovendien kan het advies van nut zijn bij de afweging van de gemeente bij een specifiek verzoek van een initiatiefnemer. Het vooroverleg bevordert ook een snelle goedkeuring van de definitieve vergunningaanvraag.

Kleine commissie

Niet alle plannen worden door de voltallige commissie behandeld. ‘Kleine’ plannen uit het regulier welstandsgebied worden in mandaat door Nico Zimmermann afgehandeld. Bij zogenaamde kleine plannen gelegen in het bijzonder welstandsgebied en bij ‘kleine’ monumentenaanvragen is ook Hans Boonstra aanwezig.

“Elk ruimtelijk initiatief is een potentiële investering in de publieke kwaliteit.” (Handreiking Adviesstelsel Omgevingskwaliteit, VNG, FRK en RCE)

De commissie in digitaal overleg

2.3 Beoordelingskaders

Er zijn meerdere gemeentelijke beoordelingskaders waar de commissie rekening mee houdt. De Nota uiterlijk van bouwwerken vastgesteld in 2018 door de gemeenteraad, is daarvan de belangrijkste. Via deze link kunt u de welstandsnota voor uw gemeente inzien. Ook bestaat er erfgoedbeleid. Via deze link kunt u lezen welk erfgoedbeleid uw gemeente voert. De Nota uiterlijk van bouwwerken kan, door nieuwe ontwikkelingen of inzichten worden aangevuld.  De gemeente kan bij grotere ontwikkelingen een beeldkwaliteitplan, een aparte welstandsparagraaf of vergelijkbaar op laten stellen. Door de gemeenteraad vastgestelde beeldkwaliteitplannen, welstandscriteria of vergelijkbare visiedocumenten maken onderdeel uit van de welstandsnota en kunnen door de commissie worden gebruikt als beoordelingskaders.

De beoordelingskaders zijn naar onze mening over het algemeen goed toepasbaar en dragen bij aan de constructieve dialoog die we voeren met initiatiefnemers. De kaders maken duidelijk wat de gemeente wil bereiken met het kwaliteitsbeleid en bieden houvast bij de begeleiding en de beoordeling van plannen.

In de loop van 2020 zijn wij echter wel een aantal verbeterpunten tegengekomen.

  • In de Nota uiterlijk van bouwwerken staat voor het landelijk gebied het volgende uitgangspunt omschreven: ‘het behouden en waar mogelijk versterken van de landschappelijke karakteristieken en het herkenbaar houden van voor de regio kenmerkende en traditionele bebouwing’. Wat deze landschappelijke karakteristieken en bebouwing dan precies zijn wordt niet uitgelegd. De commissie is van mening dat de Nota op dit punt te open omschreven is en onvoldoende houvast biedt waarmee enerzijds de initiatiefnemer niet of onvoldoende wordt geïnformeerd en anderzijds de commissie in haar oordeel te weinig wordt ondersteund door wat de gemeente voor heeft met het welstandsbeleid, hetgeen kan leiden tot teleurstelling bij zowel burger als overheid.
  • Bij het onderdeel ‘historische kernen’ mist de commissie een typologische stedenbouwkundige analyse over de ontstaansgeschiedenis en typologie van de straten, wijken en openbare ruimte.